Beste werkgever,
‘Laten we een vluchteling een kans geven’, hoorde ik u zeggen. Daarom wil ik u graag het volgende vertellen. Vluchtelingen leven in veel verschillende werelden, soms door elkaar verweven maar vaak ook naast elkaar: een wereld met zorgen en angst om familie en/of heimwee naar het land van herkomst, een leven met vrienden en familie die overal op de aardbol wonen, een leven met landgenoten in Nederland en een leven met geboren en getogen Nederlanders. Om van de ene wereld naar het andere te switchen vraagt enorm veel flexibiliteit en dat lukt niet altijd even goed.
Nahid uit Iran werkt bij de gemeente Delft. Ze is als beleidsmedewerker nauw betrokken bij het integratiebeleid van de gemeente. Als haar vader ernstig ziek wordt en mogelijk komt te overlijden krijgt ze van haar werkgever de gelegenheid om voor twee maanden naar Teheran, de hoofdstad van Iran te reizen. Dit is voor haar de eerste keer dat ze terug gaat naar het land waaruit ze twintig jaar geleden is gevlucht. Ze moet – om bij haar vader te kunnen zijn – haar angst overwinnen.
Op het vliegveld in Iran krijgt Nahid eerst met enkele moeilijkheden te maken, maar uiteindelijk mag ze door de douane. Twee lange maanden is ze terug in het land waar ze geboren en getogen is. Ze dompelt zich onder in de familie, de cultuur en het heerlijke eten. Ze haalt veel herinneringen op en beseft meer dan ooit hoeveel ze in Nederland moet missen.
Haar terugvlucht naar Nederland is op een zondag en laat in de avond komt ze weer thuis in Delft. Maandagmorgen wordt ze alweer op haar werk verwacht. Zoals iedere maandag staat om tien uur het afdelingsoverleg gepland. Het eerste agendapunt: ‘Waarom staat de printer zo ver weg?’
U begrijp nu wellicht beter, beste werkgever, dat de overgang van de ene wereld naar de andere vooral voor vluchtelingen enorm groot kan zijn. Dat dit soms wat tijd nodig heeft. En dat vluchtelingen en vanzelfsprekend soms ook anderen hopen dat ze die tijd van u ook daadwerkelijk krijgen, samen met enige aandacht en begrip.
Ik hoop u hiermee van dienst te zijn, in mijn volgende brief vertel ik verder.
Met vriendelijke groet,
Wies Kalsbeek