2000 – Keren, Eritrea.
Met z’n schooltas op z’n rug komt hij aan fietsen. Een lieve verlegen jongen waar ik geen woord mee kan wisselen. We ontmoeten elkaar op het terras van het door mij zo geliefde Keren hotel in Eritrea. Amin is twaalf jaar. Ik kom hem groeten en cadeautjes brengen van zijn vader die al vele jaren in Groningen woont en werkt. De vader van Amin is een goede vriend van mij.
Samen met Amin en zijn opa drink ik een drankje op het gezellige terras. De belangstelling van anderen is groot: ‘Hoe kent die vrouw deze twee mensen?’ stralen ze uit. Onze ontmoeting is warm en speciaal. Amin schrijft een kaartje voor zijn vader en dat kaartje neem ik mee. Blij en opgewonden neemt hij de cadeautjes in ontvangst, zijn vader heeft onder andere een mooi gouden kettinkje voor hem meegegeven. Na ons drankje fietst Amin vrolijk weg. En opa pakt zijn wandelstok en zoekt een bus om hem thuis te brengen.
2005 – Keren, Eritrea
Er komen twee vrolijke frisse jongemannen op mij af. Ze zijn mooi in de kleren en luisteren naar de muziek van hun mp3 speler. Blij zien ze eruit en ze begroeten me hartelijk. Het is Amin met zijn hartsvriend Adel. We gaan deze avond samen op pad. Ze nemen me mee uit eten naar een Soedanees restaurant waar we heerlijke fool eten. Daarna lopen we door de stad en gedragen ze zich als tourguides. Dan brengen ze me naar een prachtig terras en vertellen we elkaar over ons leven. Wat heerlijk om die twee zo zorgeloos samen te zien.
2010 – Athene, Griekenland.
Een kwartier nadat we hadden afgesproken komen de ondertussen tweeëntwintigjarige Amin en Adel naar mij toelopen. We zijn alle drie wat gespannen op deze vreemde ontmoetingsplek en het is lang geleden dat we elkaar zagen. Al heel snel is die gespannenheid verdwenen en voelt het heel vertrouwd. We gaan samen uit eten en spreken de volgende dag weer af.
Opnieuw zijn Amin en Adel mijn tourguides, maar nu in Athene. Ze kennen de stad goed want ze wonen hier al ruim een jaar. Wat ze in de afgelopen vijf jaar hebben meegemaakt heeft van de vrolijke frisse jongemannen, sympathieke, stoere maar ook zwaarmoedige mannen gemaakt. Ze wonen met velen op een klein flatje en verblijven als tweederangs burgers illegaal en zonder toekomst in het land.
De dagen van Amin en Adel bestaan vooral uit het voortdurend zoeken naar wegen om Griekenland uit te komen. Vele pogingen hebben nog geen resultaat gehad. We brengen vijf dagen met elkaar door en gedragen ons als toeristen. Dit doet hun zichtbaar goed. Het geeft even een andere inhoud aan hun doorgaans zware, moeizame dagelijks leven.
Lees hier: Leven in een vrije gevangenis – Een verhaal over Amin en Adil: twee Eritrese vluchtelingen in Athene. Geplaatst in het dagblad Trouw op vluchtelingendag 20 juni 2011.
2011 – Groningen, Nederland.
Heel moe en heel blij tref ik Amin in het huis van zijn vader in Groningen. Twee dagen geleden is hij op Schiphol aangekomen. Na de zoveelste poging is het hem dan toch eindelijk gelukt om van Athene naar Amsterdam te vliegen. En wat was het spannend en wat is het nog onwerkelijk. Het is eind augustus en het is zijn eerste Nederlandse Ramadan.
Adel woont sinds enige maanden in het noorden van Noorwegen. Hij woont afgelegen in een asielzoekerscentrum in Namsos en doet enorm zijn best om te wennen. Hij is via Italië en Zweden uiteindelijk daar terecht gekomen en probeert in dit koude maar vrije land zijn leven op te bouwen.
Na een onzekere reis vanuit zijn geboorteland Eritrea is Amin nu een burger in Nederland. Vier jaar geleden kon hij lopend Soedan bereiken. Na een onvrijwillig en illegaal verblijf in Soedan en Athene lukt het hem om naar Schiphol te vliegen. Ik volg Amin tijdens zijn ontdekkingsreis in Nederland, zijn boeiende inburgering.